Op 4 augustus 1914 vallen de Duitse troepen België binnen. De Kuringenaren maken angstige dagen en nachten mee door de talloze valse alarmen.

Op 9 augustus verschijnen de eerste Duitse verkenners te paard die de telefoondraden langs de spoorlijn Hasselt-Diest haastig doorknippen, om dan verder richting Stevoort te trekken. Dit zijn de voorbereidingen voor wat er later zal volgen in Halen.

belgische lansiers20 Belgische lansiers komen op 10 augustus op verkenning in Kuringen. Zij tonen de bewoners een lans en een paard, enkele dagen voordien buitgemaakt op de vijand. Zij zijn de eerste en laatste Belgische militairen die Kuringen gedurende de volgende vier oorlogsjaren ziet.

de invalDe bevolking hier wacht bang af wat er de volgende dagen zal gebeuren. Na alles wat men over Visé en omstreken heeft horen vertellen, heerst er veel schrik. Bijna heel het dorp gaat op de vlucht, over het kanaal de bossen in. In het dorp blijven enkel achter: meneer pastoor en meneer kapelaan met hun meid. Van de huisgezinnen blijven er ook enkele bang achter. Met als gevolg dat er veel door de Duitsers geplunderd wordt. Het zijn vooral die eerste troepen die te Kuringen halt houden en de nacht doorbrengen, die inbreken in de leegstaande woningen en wat er hun bevalt, wordt in beslag genomen. Die eerste troepen trekken verder naar Halen. Daags voor de slag daar is Kuringen vol troepen. Een Duitse officier geeft meneer kapelaan zijn naamkaartje en als er iets te reclameren valt over het gedrag van de militairen, moet hij zich tot hem wenden, hij heet Dr. Blümenthal.

Opmerking over ons privacy beleid
Opmerking over ons privacy beleid

Deze website gebruikt cookies. Als u verdergaat op deze site verklaart u zich hiermee akkoord. Klik om verder te gaan op Aanvaarden