Over het ontstaan en de evolutie van de St.-Gertrudiskerk van Kuringen tot de 15e eeuw bestaat weinig informatie. Wel staat vast dat Jan van Heinsberg, prins-bisschop 1419-1455, overleden te Kuringen op 18 november 1459, het romaans kerkje in 1419 deed afbreken en liet vervangen door een kerk in Demergothiek. Hiervan resten nog het koor, de kruisbeuk en de torenbasis in ijzerzandsteen.

Omstreeks 1515 liet prins-bisschop Erard van der Marck een bisschoppelijke kapel bijbouwen, met particuliere toegang vanuit het kasteel (in 1965 dichtgemetseld). Deze kapel werd nadien omgevormd tot sacristie en nog later gebruikt als doopkapel. Een tekening van Remacle Leloup uit de 18e  eeuw geeft een beeld van de 15e-16e eeuwse kerk. Hierop is de vroegere gotische kerk afgebeeld met een hoge middenbeuk en een viertal zijkapellen, die aan verschillende heiligen toegewijd waren. Het altaar van Sint-Nicolaas bevond zich oorspronkelijk in de slotkapel van het kasteel, maar werd later naar de kerk overgebracht.

Op 9 november 1321 had graaf Arnold V, graaf van Loon, vijf kapelanijen gesticht:

  1. O.L.V. en de H. Hubertus in de kerk van de Augustijnen te Hasselt;
  2. Sint-Jacob in de kerk van Kuringen;
  3. Sinte-Catharina in de kerk van Kuringen;
  4. O.L.V. en Sint-Pieter in de kapel van Rast;
  5. Twee Sint-Jans in de kerk van Herkenrode.

De graaf hield voor hem en voor zijn nazaten het begevingsrecht van de vijf kapelanijen. Uit visitaties in de 17e eeuw blijkt dat de altaren in de kerk van Kuringen nog steeds in het bezit waren van de prins-bisschop van Luik. De overige altaren, ter ere van Sint-Agatha, Sint-Anna en later dat van Sint-Nicolaas, die ook begiftigd waren met cijnzen en renten, waren ter begeving van de pastoor van Hasselt. Voor latere verbouwingen en/of herstellingen van de kerk beschikken we over verschillende dateringen, soms aangebracht op aanwezig meubilair. De preekstoel is gedateerd 1748. Het Maria-altaar draagt een chronogram waarmee men het jaartal 1748 vormt. Anderzijds draagt het St.-Gertrudisaltaar een chronogram waarmee het jaartal 1763 kan gevormd worden.

kapellen kerkHet hoofdaltaar draagt geen chronogram, maar op de achterkant komen er enkele dateringen voor die waarschijnlijk betrekking hebben op de periode van uitvoering: 1774-1775-1776 en de inscriptie C. V. 1772, die wellicht verwijzen naar Augustina van Hamme, abdis van Herkenrode van 1772 tot 1790; onder haar abbatiaat kreeg de kerk haar huidige vorm. Eerder, in 1763, werden de midden- en zijbeuken reeds classicistisch verbouwd volgens plannen van de Luikse architect Bartolomy Digneffe, waarbij de zijkapellen verdwenen.

Eertijds werd aan vele woningen een 'huiskapelletje' voorzien, meestal ingewerkt in het metselwerk en voorzien van een glazen deurtje of -beschutting. Binnenin werd een beeldje van Maria of een H. Hartbeeld geplaatst, met daarbij een klein bloemetje of versiering. Later werden er ook voornamelijk houten kapelletjes aan de voorgevel gehangen. Deze uitingen van devotie zijn inmiddels minder zichtbaar; zulke kapelletjes zijn, vooral in recente gebouwen, nog heel uitzonderlijk te vinden.

Het St.-Gertrudisaltaar met het beeld van de patrones van Kuringen. Gertrudis werd vermoedelijk geboren in 626, volgens sommigen te Nijvel, maar waarschijnlijk te Landen. Haar vader, Pepijn van Landen, bezat grote eigendommen in Kuringen, mogelijk heeft zijn dochter er een deel van haar jeugd doorgebracht. Gertrudis overleed op 17 maart 659; in Kuringen wordt zij herdacht met een jaarlijkse paardenmarkt die gehouden wordt de zaterdag na 17 maart.
Haar houten beeld (uit 1220-1230) geldt als het oudste gekende met de afbeelding van deze bijzondere vrouw. Gertrudis wordt aanroepen tegen allerlei kwalen, zoals bij zenuwkoortsen, zinneloosheid, oogziekten, eczeem (het St.-Gertrudiszeer), maar zij is vooral bekend als behoedster tegen ratten- en muizenplagen. De 'Broederschap van Sint Gertrudis' werd hier waarschijnlijk gesticht in 1483. De parochie beschikt over een prachtig 'Register', met inschrijvingen vanaf 1419; het werd in 1549 gedeeltelijk op perkament overgeschreven door prior Wilhelmus Zenderus.

Al deze kerkelijke gebouwen zijn de basis van vele uitingen van devotie. Uiteraard vinden hier de meeste eucharistievieringen plaats, al worden soms uitzonderingen gemaakt, zoals op een kiosk of in open lucht. Daarbij zijn er processies, allerlei optochten en manifestaties; bedevaarten, onder meer naar Scherpenheuvel, Lourdes, Rome, enz... Maar er zijn ook speciale herdenkingen: bij Allerheiligen, Allerzielen, de Kerstvieringen, Aswoensdag, Palmzondag (met palmwijding); de Paasvieringen met onder meer Witte donderdag, Goede vrijdag, Stille zaterdag, Paaszondag en Paasmaandag. Dan is er ook nog Hemelvaartdag, Pinksteren, O.L.V. Hemelvaart en zijn er speciale bezinningsdagen. Maar ook Doopsel en Vormsel zijn tekenen van devotie, evenals plechtigheden bij huwelijk of sterfgeval. De jaarlijkse processie was vroeger in ons dorp een hele belevenis. In elke straat waar de manifestatie voorbij kwam werd een comité opgericht en reeds vroeg in de morgen werd een aanvang gemaakt met het bouwen van de 'arken'. Elkeen uitte zijn gedacht, maar steeds werd eendrachtig gewerkt om toch maar op tijd klaar te zijn met het bouwen van triomfbogen en altaren of kapellen. De grond van het parcours werd 'gestrooid' met natuurlijke producten: het 'haagscheersel' werd angstvallig bijgehouden voor de grote dag dat de processie uitging. Op geregelde afstanden werden prachtige versieringen opgesteld. Dikwijls waren dit echte meesterwerkjes van ambachtelijk vakmanschap: houten ruiters met een bekleding van latwerk, rood en wit geschilderd. Daartussen werden grote bloembakken geplaatst, verbonden met kleurrijke linten en bloemenguirlandes; de woningen versierd.

En dan waren er de deelnemers! Hierbij ging steeds een bijzondere belangstelling uit naar de vele 'engeltjes', de 'zingende maagden' en Sint Janneke met zijn lammeke; het waren immers de geliefde kinderen van de fiere toekijkende ouders.

Indrukwekkend was het baldakijn met de traagvoortschrijdende pastoor, in de hand het Heilig Sacrament, omringd door 'lantaarndragers': leden van de Broederschap en de Kerkfabriek, die ingetogen en fier hun plicht volbrachten. De verenigingen waren altijd goed vertegenwoordigd, maar de meeste ophef maakte steeds de harmonie. Bij het spelen van hun geijkte processiemarsen wiegden zij traagjes van links naar rechts over de hobbelige kasseien, nu en dan gleed er wel eens iemand 'uit de pas'! Nooit zullen wij de schitterende deuntjes kunnen vergeten die nog vele dagen na de processie weer opdoken in ons 'gemarteld' geheugen! Wanneer de processie bij een der arken kwam, ging er steeds een siddering door de mensenmassa; terwijl de pastoor het volk zegende met het Heilig Sacrament, knielden de aanwezigen terwijl zij ingetogen de gebeden meeprevelden.

Heel bijzondere en kleurige tekenen van devotie doemen ieder jaar weer op ter gelegenheid van de viering van Allerheiligen/Allerzielen. Op alle kerkhoven te lande worden overledenen begin november herdacht met een zee van bloemen en bloemstukken, eertijds haast uitsluitend potten met chrysanten, thans komen ook andere bloemen afwisselend aan bod. Het is een traditie die sinds vele jaren in ere wordt gehouden. Omdat er weinig verschillen zijn tussen het uitzicht van al die kerkhoven, beperken wij ons tot een paar afbeeldingen die we namen op het kerkhof in Kuringen - centrum.

 

Opmerking over ons privacy beleid
Opmerking over ons privacy beleid

Deze website gebruikt cookies. Als u verdergaat op deze site verklaart u zich hiermee akkoord. Klik om verder te gaan op Aanvaarden