Bombardementen op paaszaterdag

Sinds 1944 heeft paaszaterdag voor de oudere inwoners van Kuringen een diepere en droevige betekenis. 0p 8 april kwam het centrum en het noorden van de gemeente, onder andere Schimpen, onder vuur te liggen.

De bombardementen waren raids van de 305th Bomb Group (Amerikaanse luchtmacht) die bedoeld waren om het vormingstation van de NMBS, dat voor een gedeelte op grondgebied Kuringen lag, onbruikbaar te maken. Zo wilden de geallieerden de aanvoer en de bevoorrading van de Duitse troepen naar de kusten van Normandië uitschakelen en dit in het vooruitzicht van de landing aldaar. 

De bevolking had al eerder zware luchteenheden richting Duitsland zien vliegen om er Duitse steden van over de Rijn te bombarderen, maar die dag was het Hasseltse station aan de beurt. Ongeveer 75 bommenwerpers werden ingezet die om 13.15, 13.50 en 14 uur meer dan 700 bommen uitwierpen. Sommige bommen wogen meer dan 1.000 kilogram. Van hun doel, de werkplaatsen van de NMBS, schoot weinig tot niets meer over. Maar ook de huizen aan de Kuringerstraat en aan de Kuringersteenweg hadden het erg te verduren. Meer dan 30 huizen werden verwoest. Doordat er bij het eerste bombardement omstreeks 13.15 uur geen luchtalarm was gegeven, was de schade onder de burgers enorm. In totaal telde men 23 burgerlijke slachtoffers; zij werden op woensdag 12 april 1944 begraven, tijdens een openlucht begrafenismis.
Aan de zuidelijke zijde van het station van Hasselt zijn er nog steeds gaten die door de bommen werden geslagen. Bij werken in de omtrek stoot men nu nog regelmatig op bommen, dit tot grote schrik van stratenmakers en uitvoerders van grondwerken.