Dorpsgenoten worden gedwongen de vijandelijke troepen te herbergen. De eerste inkwartiering gebeurt in de school van 9 december 1914 tot 13 januari 1915. De Duitse soldaten vieren daar Kerstmis, luidruchtig en met groot vertoon. Van 12 maart tot 18 april 1916 zijn ze ook ingekwartierd bij de burgers in Kuringen. Volgens de notities van E.H. Jan Schroyen hebben de Duitse militairen zich in Kuringen nadien erg goed gedragen tijdens de oorlogsjaren. Na de inval in Kuringen hadden er wel baldadigheden plaatsgevonden. Nadien kwamen oudere Duitse militairen die een menselijker gedrag vertoonden.
Het is bij de terugtocht op het einde van de oorlog dat de plunderingen en diefstallen terugkeren. De inwoners van Kuringen mogen na de oorlog hun geleden schade aangeven. Hieronder enkele documenten uit het gemeentearchief van Kuringen van na de oorlog, waarin de inwoners hun diefstal of vernielde goederen aangaven.
Aangifte brieven voor geleden schade (klik om te vergroten):
1. André Claes
2. Kuringse families op een blad
3. Ceulemans, Gubbelmans, Lambrichts
Enkele inwoners van Kuringen die Duitsers op logement moeten nemen: E.H. Jan Schroyen, Jan Marchal, Pieter Wissels, Jan Lenaerts, Alexander Wijnants, Hendrik Franssen, Alfons Vanempten, Alexius Grosemans, Jozef Wijnants, Michel Baptist, Gustaaf Vanholst, Hendrik Bortels, Fam. Bergen, Fam. Govaerts, Joseph Gubbelmans, Paul Houbanx, P. Vandebroek, Frans Schuermans, weduwe G. Leenaers, weduwe Smeets, en vele anderen. De bezittingen van Eugène Sohier, André
Claes, Guillaume Horsmans en de familie Goetsbloets werden niet gespaard. Ook bij vele anderen die niet vernoemd zijn.
Of de onkosten aan iedereen werden vergoed, hebben wij niet kunnen achterhalen.
Enkele getuigenissen van nabestaanden vertellen ons van niet!
Documentatiecentrum ‘de graef’ Kuringen: gemeente archief Kuringen 14/18, fotobestanden uit het digitaal archief ‘de graef’ en uit het boek ‘Kuringen in oude prentkaarten’.