Het Belgisch leger begint vanaf 29 juli 1914 met een gedeeltelijke mobilisatie van zijn troepen. De regering beperkt zich tot het oproepen van slechts drie lichtingen om de grenzen te verdedigen. België wil de Duitse overheid niet voor het hoofd stoten. Maar op 31 juli 1914 wordt de volledige mobilisatie afgekondigd.

De Duitse oorlogsverklaring veroorzaakt een enorme opleving van patriottisme onder de Belgen. In Kuringen mobiliseren de klassen 1899 - 1909 die nog dateerden van het regime van lotelingen. Zij worden ingezet voor de verdediging van de forten van Luik, Namen en Antwerpen. Het veldleger bestaat uit de klassen 1906 - 1913 en wordt meteen in de strijd gegooid. Vanaf begin augustus 1914 melden zich ongeveer 20.000 vrijwilligers. Het merendeel zijn Vlamingen, omdat Wallonië snel door de Duitsers is overrompeld.

mobilisatieDe strijd wordt op 4 augustus 1914 ingezet met ongeveer 190.000 manschappen. Op die dag valt ook de eerste Belgische soldaat, Antoine Fonck van het 2de regiment Lanciers, die op verkenning is. Hij wordt doodgeschoten. De Duitsers trekken verder naar Luik. Onze dappere militairen van Kuringen zijn op post en mengen zich al vlug in de strijd. Zij vechten de eerste dagen in Luik, waar al enkelen krijgsgevangen genomen worden. Na de val van Namen trekken zij te voet richting Frankrijk om vervolgens naar Antwerpen te gaan.

Ondertussen zijn de Duitse militairen ook al door Kuringen getrokken om in Halen de dappere Belgische militairen aan de Getebrug te ontmoeten. Deze slag zal later de naam 'Slag der Zilveren Helmen' krijgen. Hier krijgen de Duitsers de eerste klappen en moeten zich misnoegd terugtrekken naar Kuringen en omgeving, waar zij het dorp de eerste dagen terroriseren. Zij bivakkeerden onder andere in de Spoorwegstraat, vandaar dat de straat in 1979 omgedoopt werd tot 'Bivakveld'.

Ondertussen zijn er enkele uitvallen vanuit Antwerpen en belanden de Kuringse militairen op gevaarlijke posities, bijvoorbeeld in Duffel, Booischot en Haacht. Bij het verlaten van Antwerpen moeten ook enkele dorpsgenoten over de grens naar Nederland vluchten, waar ze aangehouden en ontwapend worden en naar kampen worden overgebracht. Zij mogen niet meer terugkeren van de Nederlanders. Het Belgische leger trekt zich terug achter de IJzer.

Meer dan 100 soldaten van Kuringen verbleven vier jaar aan het oorlogsfront, 13 van hen komen nooit meer thuis. Er zullen 12 kinderen achterblijven zonder vader, 8 vrouwen zonder echtgenoot en van 13 ouders zal de zoon nooit meer terugkeren.

Opmerking over ons privacy beleid
Opmerking over ons privacy beleid

Deze website gebruikt cookies. Als u verdergaat op deze site verklaart u zich hiermee akkoord. Klik om verder te gaan op Aanvaarden